Er kunnen 2 vormen van neurostimulatie worden toegepast bij epilepsie, Deep Brain Stimulation of Nervus Vagus stimulatie.
Bij diepe hersenstimulatie of Deep Brain Stimulation (DBS) wordt gebruik gemaakt van een neurostimulator, een soort pacemaker, die in het lichaam wordt ingebracht en vervolgens onderhuids met geleidingsdraadjes wordt verbonden met de hersenen.
De stimulator wordt enkele weken na de implantatie ingesteld. Het vinden van de beste instelling met het meeste resultaat kan enige tijd duren. Bij Deep Brain Stimulation wordt geen hersenweefsel verwijderd. Als de behandeling niet werkt of niet goed wordt verdragen, kan het systeem worden uitgezet of in zijn geheel worden verwijderd.
Deep Brain Stimulation wordt meestal samen met anti-epileptische medicatie toegepast. Het kan een behandelmethode zijn voor volwassenen bij wie medicatie onvoldoende resultaat oplevert en voor wie epilepsiechirurgie geen optie is gebleken. Kinderen kunnen nog niet worden behandeld met Deep Brain Stimulation.
Als uw neuroloog meent dat Deep Brain Stimulation een behandeloptie voor u zou kunnen zijn, doorloopt u een uitgebreid traject dat bestaat uit meerdere vooronderzoeken gedurende een langere periode.
Nervus Vagus Stimulatie (NVS) is een aanvullende behandeling. Meestal wordt deze gecombineerd met medicijnen tegen epileptische aanvallen (anti-epileptica). Via een operatie wordt een stimulator geplaatst die kleine stroomstootjes toedient aan de hersenzenuw in je hals. Dit kan het aantal aanvallen verminderen en/of ze minder heftig maken. Ook is het herstel na een aanval vaak korter. Hierdoor krijgt de patiënt een betere kwaliteit van leven.